Onbekende monogrammist JVR:
Stilleven met varkenskop, varkenspootjes en worst (
plm. 1600 - 1650)
Rembrandt:
De geslachte os (
1655 )
Collectie Rijksmuseum Amsterdam
Vlees
In de 17de eeuw hadden Nederlanders een voorkeur voor het eten van vlees van gecastreerde dieren: os (gecastreerde stier), hamel (gecastreerde ram) en kapoen (gecastreerde haan). Dit vlees is vetter en heeft daarom meer smaak dan 'gewoon' vlees. Vroeger was het normaal om alle onderdelen van het dier te eten. Niet alleen de fileetjes, maar ook organen, oren, koppen en staarten.
T’ís Al Vant Vercken
, de titel van het schilderij in deze zaal, slaat niet alleen op het feit dat alles van het varken verwerkt werd tot vleeswaren (worst, ham, zult), maar het was ook een uitdrukking voor de lagere waardering van varkensvlees.
(De op het schilderij afgebeelde zin
Tis al vant vercken
komt voor in het Geuzenliedboek uit 1574 (lied nr. 127 versregels17 en 43.) Het betekent hier: het
rundvlees
is op, we krijgen niet meer het beste.
Bron: E.T. Kuiper en P. Leendertz Jr. (ed.), Het Geuzenliedboek. W.J. Thieme & Cie, Zutphen)