Wim T. Schippers
Pindakaasvloer
(1962)
Collectie Museum Boymans van Beuningen, Rotterdam
Zaal 6: Consumentisme.
Veel hedendaagse kunstenaars kijken op een heel andere manier naar eetcultuur dan hun voorgangers. De Westerse eetcultuur is geglobaliseerd, de meeste producten worden in supermarkten gekocht, waar het aanbod steeds minder afwijkt van het aanbod in andere landen. Hier geen lofzang maar kitiek op de overvloed, geen fraaie stillevens van alles wat we ons nu kunnen veroorloven, maar kunstwerken die verwijzen naar massaconsumptie, vervreemding, welvaartziekes en onmatigheid. Hier word je niet echt vrolijk van. Behalve van deze pindakaasvloer van Wim T. Schippers natuurlijk.
Samenvatting:
De soberheid die de Nederlandse keuken tot diep in de vorige eeuw bepaalde, heeft weer plaats gemaakt voor overvloed en diversiteit. De producten en gerechten die na de Gouden Eeuw verdwenen zijn weer terug van weggeweest, mede dankzij immigranten. De Marokkaanse b’stilla lijkt sprekend op de feestelijke kalkoenpastei op de schilderijen van Pieter Claesz. Orgaanvlees raakte in de loop der tijd uit beeld en ook schapenvlees verdween van het Nederlandse menu. Maar, dankzij de Chinezen worden er weer varkenskoppen, -magen en -poten gegeten, dankzij de Marokkanen is schapenvlees weer heel gewoon en dankzij de Surinamers en Afrikanen komt er weer gedroogd en gezouten vis op tafel, (wat hier vroeger stokvis heette). Om maar een paar voorbeelden te noemen. Er wordt ook weer gevast, nu door orthodox-christelijke Eritreëers, door moslims, op individueel niveau als tegenwicht tegen de alom aanwezige overvloed, en door volgers van dieetgoeroe’s die allemaal hun eigen vormen van onthouding prediken.
En een groot deel van de immigranten heeft zijn roots op het platteland: Anatolie, het Rifgebergte, de hoogvlakte van Eritrea. Daar is kleinschaligheid, zorgvuldige omgang met voedsel en duurzame productie een vanzelfsprekende noodzaak.